Er is één pastagerecht waar iedereen wel van moet houden. Ongeacht leeftijd, geslacht en herkomst, Pasta Carbonara is een hit voor iedereen. Dit pastagerecht is wereldwijd superpopulair en kan je in heel wat brasseries en restaurants op de kaart terugvinden. Het recept is oorspronkelijk afkomstig uit de Italiaanse provincie Roma en kent ondertussen heel wat varianten.
Het recept voor Pasta Carbonara is dusdanig traditioneel en door velen zo misbruikt dat je bijna zou overwegen een commissie op te zetten met een gecontroleerde appellatie om elk recept te beoordelen. Uiteraard kunnen recepten steeds afwijken en bestaan er verschillen, met name die voor fijnproevers. Zelf kiezen wij voluit voor voor traditie, een traditie gemaakt van eenvoudige ingrediënten en te respecteren stappen.
De ingrediënten
Een goede, traditionele Pasta Carbonara vereist het gebruik van kwalitatieve ingrediënten. Kies voor Guanciale of Pancetta van topkwaliteit. Guanciale is een Italiaanse gedroogde ham afkomstig van de kinnebak van het varken. De ham wordt ingewreven met zwarte peper en vervolgens 3 weken gedroogd aan de lucht. Guaniciale is het basisingrediënt van een traditionele Carbonara.
Vergeet die Parmezaanse kaas, Pecorino Romano is de enige echte juiste kaas voor dit pastagerecht. Deze Italiaanse schapenkaas wordt in verschillende regio’s gemaakt. De Pecorino Romano is een harde, zoutere kaas die zijn smaak ontleent aan het feit dat de kaas met zeewater wordt gewassen tijdens de bereiding. De oorsprong van deze kaas is, in tegenstelling van wat de naam doet vermoeden, afkomstig uit Sardinië.
Combineer de Guanciale en Pecorino met olijfolie van goede kwaliteit en verse eieren. Je leest het goed, room en andere crèmes horen helemaal niet thuis in een traditionele Pasta Carbonara. Probeer het maar en je wordt later door de gastronomische godin Edisa bestraft 😉
Heb je geen Guanciale en gebruik je Pancetta, dan kan je olijfolie gebruiken. Guanciale is al vet genoeg waardoor dit vlees in eigen vet kan bereid worden en toevoeging van andere vetten niet nodig is. Jannattoni en Boni, die beschouwd worden als de meest vooraanstande experts in Carbonara en de Romeinse keuken, wordt het volledige ei gebruikt in het gerecht, en niet alleen de dooier, zoals bij ons vaak het geval is.
De bereiding
De bereiding is ontzettend gemakkelijk maar het is belangrijk dat je de juiste stappen volgt: neem de Guanciale (of Pancetta), snijd in vierkantjes en laat ze bruinen in de pan. Gebruik je Pancetta, voeg dan eventueel wat olijfolie toe. Wanneer deze aan de buitenkant goed krokant zijn gebraden, mag het vuur worden uitgezet.
Laat de pasta in gezouten water koken.
Ondertussen klop je de eieren met een vork tot een homogeen geheel en voeg je wat zout toe (niet veel want de Guanciale is reeds goed gekruid). Hierbij doe je een handvol Pecorino en een snuifje zwarte peper.
Wanneer de pasta al dente gekookt is, kan je deze toevoegen aan de pan met de Guanciale. Roer het geheel met de houten lepel om (op grootmoeders wijze).
Giet de mengeling van pasta en Guanciale in de pan waarin de pasta werd gekookt, voeg de losgeklopte eieren toe en roer ook hier alles met de houten lepel om. Om te vermijden dat je een omelet maakt, mag je de pan niet op het vuur plaatsen.
Voeg naar eigen smaak nog meer peper toe en eventueel nog Pecorino om het geheel op smaak te brengen.
Het resultaat is een compacte, zachte pasta Carbonara, een ware streling voor je smaakpapillen en eentje waar je ongetwijfeld veel harten mee zal veroveren!
Wat je nodig hebt voor twee personen
twee eieren
200 gram pasta (spaghetti is het meest van toepassing, maar andere pasta gaat ook: penne, tagliatelle, rigatoni,…)
100 gram ‘Guanciale”
Pecorino Romano volgens eigen oog (ik weet dat de recepten niet op deze manier worden gegeven, maar ik kan het niet helpen)
Zout
Zwarte peper
(olijfolie)
Bereidingstijd: 15 minuten